Een goede leesvaardigheid is belangrijk voor het leren op school en voor het leven in onze kennismaatschappij.
Je kind heeft als kleuter vast al wat letters, woorden en klanken geleerd. Veel kleuters kunnen al hun naam en een paar andere woordjes schrijven. In groep 3 is het zover: het lezen gaat echt beginnen!
Als ouder wil je graag dat het leesproces van je kind zo goed mogelijk verloopt. Veel voorlezen en het samen met je kind lezen zijn belangrijk om het leesplezier te stimuleren. De Bibliotheek wil je graag helpen bij het kiezen van de juiste boeken voor je kind.

De eerste leesboekjes
Wat betekenen al die kriebeltjes op het papier? Je kind weet dat je ze kunt lezen. Maar nu leert het zelf letters, woorden en zinnen te maken. En zelf te lezen... plotseling staat er een heel verhaal! Het lezen van het eerste boekje, ook al staan er slechts enkele zinnen in, is een grote uitdaging.
De boeken die kinderen in groep 3 te lezen krijgen, zijn volgens een vast patroon opgebouwd. De letters zijn groot, de woorden kort en elke zin begint op een nieuwe regel.
De tekeningen zijn heel belangrijk in de eerste leesboekjes. Ze ondersteunen de tekst en zorgen ervoor dat de boeken er aantrekkelijk uitzien.

Kunnen lezen is belangrijk
Hoe moeilijk een tekst is, hangt onder andere af van de lengte van de woorden en de lengte van de zinnen. Eerste leesboekjes hebben daarom een niveau-aanduiding, het AVI-niveau:

• AVI-start: gemiddelde leesniveau start groep 3
• AVI-M3: gemiddelde leesniveau midden groep 3
• AVI-E3: gemiddelde leesniveau eind groep 3
• AVI-M4: gemiddelde leesniveau midden groep 4

In de Bibliotheek staan de eerste leesboekjes in een aparte kast. Op het rugetiket staat een letter E (van Eerste leesboekje) met daaronder het AVI-niveau.
Elk kind leert lezen in zijn of haar eigen tempo. Er zijn grote verschillen in het leesniveau van kinderen. Dat is helemaal niet erg! Het is belangrijk om aan te sluiten bij het leesniveau van je kind, maar ook bij zijn of haar belevingswereld en interesse.
Het fijne van de Bibliotheek is dat er voor elk kind geschikte boekjes zijn. Het maakt daarbij niet uit of ze al heel goed kunnen lezen of dat het allemaal wat langzamer gaat. Het leesplezier van de kinderen staat voorop.

Blijf voorlezen
Lezen is belangrijk, daarom is het fijn als kinderen er plezier in krijgen en houden.
Denk niet: mijn kind leest, nu hoef ik niet meer voor te lezen. Voorlezen is voor elk kind heerlijk. Samen met je kind kunt u verhalen beleven die nog te moeilijk zijn om zelf te lezen. Het voorlezen draagt bij aan een rijke woordenschat en is nog gezellig bovendien!
Kies altijd een voorleesboek dat je zelf ook leuk vindt. Laat je eens adviseren door een medewerker van de Bibliotheek. Kijk voor voorleestips op Leesplein.

AVI-niveaus

AVI-start
• Woorden met één lettergreep die je uitspreekt zoals je ze schrijft
• Korte zinnen en elke zin begint op een nieuwe regel
• Geen hoofdletters
• pim gaat naar miep

AVI-M3
• Korte zinnen en elke zin begint op een nieuwe regel
• Woorden met één lettergreep en een d of b aan het eind
• Twee medeklinkers aan het begin of eind van een woord
• een spin in zijn web

AVI-E3
• Ook woorden met twee lettergrepen die je niet precies schrijft zoals je het zegt (tafel, komen)
• Woorden met veel medeklinkers aan het begin of eind (springt, hengst)
• Woorden met voorvoegsel (ge-, ver-, be-)
• Hoofdletters
• Vandaag schijnt de zon op het water

AVI-M4
• Ook woorden met drie of meer lettergrepen
• Woorden die eindigen op –ig, -lijk
• Korte hoofdzinnen en bijzinnen
• De ouders van Bo maken elke avond een wandeling